digitale kabeltelevisie

« NMa: geen overtreding Mededingingswet door kabelbedrijven Casema kiest Open TV »



CBb vernietigt besluit OPTA

24 juli 2007

opta logoHet lijkt er op dat kabelbedrijven en KPN meer tijd en energie spenderen aan rechtszaken, dan aan concurrentie op prijs en kwaliteit. De kabelbedrijven en KPN zijn bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in beroep gegaan tegen de besluiten van de OPTA van 17 maart 2006. Het CBp heeft 24 juli uitspraak gedaan.

Het CBb vernietigt de besluiten ten aanzien van Casema, Essent, UPC, Delta en Multikabel. OPTA had deze maatschappijen ondermeer verplicht toegang te verlenen aan derden die hun eigen programma’s of programmapakketten via de kabel aan de consumenten willen aanbieden. Het CBb vindt dat OPTA onvoldoende heeft onderbouwd hoe groot de kans is dat er daadwerkelijk programma-aanbieders zullen zijn die hiervoor kale capaciteit bij de kabelmaatschappijen willen kopen. Het is daarom niet duidelijk of de te verwachten reguleringskosten wel opwegen tegen de maatschappelijke opbrengsten. OPTA moet hierover een nieuw besluit nemen.

Het beroep van KPN wordt ongegrond verklaard. KPN heeft aangevoerd dat aan de kabelmaatschappijen gelijkelijk zware verplichtingen hadden moeten worden opgelegd als aan KPN zijn opgelegd voor vaste telefonie, omdat zij voor wat betreft multiplay-producten (meerdere diensten in één pakket, zoals telefonie, internet en televisie) met de kabelmaatschappijen concurreert. KPN wilde ondermeer dat aan de kabelmaatschappijen de verplichting zou worden opgelegd tot wederverkoop van de kabelaansluiting en het analoge rtv-pakket, zodat ook een concurrent als KPN in staat zou worden gesteld om dit analoge rtv-pakket aan te bieden. Het CBb concludeert dat het op basis van de voorliggende analyses niet kan concluderen dat de mededingingsverhoudingen op de kabelmarkten het noodzakelijk maken om de kabelmaatschappijen evenveel beperkingen op te leggen als KPN en om KPN op de door haar gewenste wijze toegang tot de kabel te verlenen.

Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven (complete uitspraak)